Vragen over de Egyptenaren

Vragen over het algemene gedeelte van de Egyptenaren.

1. In welk werelddeel ligt Egypte ?


2. De beroemde Griekse schrijver Herodotus heeft ooit eens gezegd : "Egypte is een geschenk van de Nijl. " Leg uit wat Herodotus zou bedoelen met die zin.

3. Waarom ontstonden in het oude Egypte de eerste steden vlakbij de Nijl ?

4. Uit welke 2 koninkrijken bestond het oude Egypte ?

5. Er zijn farao's geweest uit verschillende dynastieën. Leg de schuingedrukte woorden kort uit.

6. Beschrijf in het kort het mummificeren.

 

Vragen over de Egyptische goden.

7. Hoe heette deze god en welke functie had deze god ?

8. Waarom hadden sommige Egyptische goden meerdere namen ?

9. Beschrijf in het kort de mythe (legende) rond Osiris, Isis, Seth en Horus.

10. Dit is Anoebis. Welke goddelijke taak had hij ?



11. Hiernaast zie je een afbeelding van het dodenrijk. Vertel wat deze gebeurtenis te betekenen heeft.
12. Hieronder staan zinnen. Is het waar of niet waar ?

a. Amon en Re waren dezelfde goden. .....................
b. Thoth is de god van de wijsheid. ..........................
c. Osiris is de god van de onderwereld van van de geboorte en de dood. .............
d. Veel goden hadden de kop van een dier. .....................
e. De Egyptenaren bouwden piramiden voor hun goden. ....................

Vragen die horen bij het Egyptische schrift.

13. Wat betekent het woord "hiëroglyfen" ?
14. Zoek het fonetische teken van de letter "N" nog eens op en teken deze.
15. Bedenk een Nederlandse zin zonder klinkers, die erg moeilijk te lezen is.
16. Hoe zijn de hiëroglyfen ontcijferd ? Door wie ? Wanneer ?
17. Vul een getal in: "Het hiëroglyfenschrift telde ongeveer ...... tekens.
18. Hoe maakte men papyrus ? Wie schreef erop ?

 

 

 

 

Vragen die horen bij de maatschappij.

19. Noem 3 produkten die de Egyptenaren verbouwden.
20. Noem 2 produkten die de Egyptenaren moesten halen uit een ander land.
21. Wat aten en dronken de meeste Egyptenaren ?
22. Bezoekers hadden vaak een kegeltje op het hoofd. Wat was dat ?
23. Waarom gingen veel Egyptische kinderen niet naar school ?
24. Maak het Egyptische getal 432 en 1999
25. Probeer in het Egyptisch uit te rekenen : 5 x 52 = ....

Vragen die horen bij de piramiden.

26. Waarom bouwden de Egyptenaren piramiden ?
27. Hoe heet deze grote "leeuw" ?

28. Geef 2 redenen waarom sommige mensen denken dat deze leeuw helemaal niet door de Egyptenaren gebouwd is.

29. Vul een getal in : Er zijn nog ongeveer .... piramiden in Egypte over.
30. Wie heeft de grote piramide van Gizeh, vlakbij de hoofdstad Caïro, gebouwd ?
31. Probeer 4 redenen te bedenken waarom de grote piramide een "wereldwonder" genoemd wordt.

32. Noem minstens 2 rare dingen over de grote piramide.
33. Kijk naar het plaatje. Hoe noemt men deze piramidesoort ?